Wat is het verschil tussen koud en warm lamineren?
De beste en veruit meest toegepaste manier van lamineren is de warme variant. Dit geeft ook absoluut het beste en mooiste resultaat. Maar wat is nou eigenlijk het verschil tussen die twee?
KOUD LAMINEREN wil logischerwijze zeggen dat er geen warmte aan te pas komt.
Je lamineert je document met een zelfklevende hoes
óf je gebruikt hiervoor een zogenaamd kouddoorvoerapparaat.
Lamineren met een zelfklevende hoes is behoorlijk lastig, omdat je ervoor moet zorgen dat er geen luchtbellen ontstaan. Door de zelfklevende lijmlaag hebben deze hoesjes meestal een matte uitstraling, het is een kwestie van smaak of je dit mooi vindt of niet.
Je kunt ook koud lamineren met een kouddoorvoerapparaat; dit is eingelijk alleen handig als je papieren moet lamineren, die niet warm mogen worden. Denk aan thermisch papier.
Het enige voordeel van koud lamineren is - volgens ons - dat het geen stroom kost.
Zoals al gezegd, WARM LAMINEREN geeft altijd het beste en mooiste resultaat en dit is ook de meest populaire variant. Hiervoor heb je een warmtedoorvoerapparaat nodig. Hoe werkt dat?
1. Je stopt je document in een speciale lamineerhoes voor warm lamineren. Zo’n hoes wordt ook pouche genoemd.
2. Je schuift de hoes in de machine en deze voert de pouche door twee of meer verwarmde transportrollen. Deze rollen zorgen ervoor dat beide kanten van de pouche, voorzien van lijmbelletjes, op elkaar worden geperst en aan elkaar kleven. Easy as that!